zaterdag 4 juli 2015

Hond aan boord

Het is warm, nee zeg maar heet, bloedheet. Het wijzertje  van de thermometer twijfelt tussen de 32 en 35 graden en zal vanmiddag nog wel wat meer aanwijzen. De komende dagen wordt er hier rond Berlijn 37-39 graden verwacht. Van het ene uiterste in het andere. Tot voor een week was het te koud en nu kun je Berliner bollen bakken op het voordek. Teckel Bo heeft het ook warm. Zijn mand is hem te heet en hij zoekt voortdurend de koelste plekjes op. Wij kunnen wat uittrekken, Bo heeft zijn jas altijd aan. Met de tong uit de bek probeert hij wat te zweten via zijn tong. Het allerliefst gaat hij zwemmen of met zijn buik in het koele water hangen. Tussen de middag is hij er als de kippen bij als we onze boterhammetjes smeren, hij mag niet bedelen en na het stukje brood met leverworst  zoekt hij na enkele aanmaningen onzerzijds de koele vloer weer op. Toen Bo nog bij Jeroen op de klipper met gasten op de Waddenzee en het IJsselmeer tochten maakte, moest hij zijn behoefte ophouden of heel snel lozen op de wal in de sluis. Als wij  hem 's ochtends uitlaten worden de plasjes uitgebreid gedoseerd over alle interessante plekken, en verbazen we ons hoeveel hij er telkens weer uitperst. Dit gaat gepaard met veel gesnuffel en hem roepen heeft geen zin. De 'krant lezen', het plaatselijk nieuws, is veel belangrijker als luisteren naar de baas. Zijn we echter in de sluis, dan moet het anders. Jeroen heeft hem geleerd om dat vlot te doen. Als we vast liggen in de sluis er er is een mogelijkheid om hem even op de wal te laten, 'gooien' we hem op de kant met de mededeling ' alleen een plas Bo en dan weer snel terug komen'. Dat snapt hij, o wonder. Hij zoekt een object, een bolder of de fiets van de sluismeester en dan volgt een lang aangehouden plas, waarna meneer weer bij de boot komt staan om door ons opgevangen te worden. 
Hij heeft wat hoogtevrees, ik denk dat dat alle teckels eigen is als je bedenkt dat je zo laag bij de grond leeft, maar het vertrouwen in ons is groot. Hij springt ons min of meer in de armen alsof hij blij is weer mee te mogen. Jeroen heeft hem dat in zijn jonge leven allemaal geleerd. Het was ons niet gelukt, want het blijft een eigenwijze teckel. Wij plukken de vruchten van zijn goede opvoeding want het is een geweldig makkelijk beest aan boord. 
Tijdens het varen hoor je hem niet. Zijn natje en zijn droogje zijn belangrijk en desnoods even spelen met een blokje ijs of de bal in de kuip maakt hem gelukkig. Op de wal na het afmeren is het mooiste spel om met een bal, die door ons wordt weggegooid, het geurspoor dat de bal met de grond heeft gemaakt te volgen. Dit gaat gepaard met heftig staart-zwiepen en af en toe de bal verleggen. Nog mooier vind hij het als wij telkens de door hem gebrachte bal weer weggooien. Als we hem niet begrenzen zou hij alsmaar doorgaan. Het enige wat hij aan boord niet leuk vindt is wanneer golven hard tegen de boot slaan. Dat was al zo op de klipper. Dan kruipt hij in zijn mand en begint te hijgen. Zo gauw het wateroppervlak  weer vlak wordt of de boot ligt op één oor, is meneer weer helemaal gerust. 
Op het Teltow kanaal is het rustig de sluis was een makkie, 3 meter omhoog en een natte regelkast op het sluis-terrein door een lange plas van Bo.   
We zien veel Nederlanders in dit gebied en wederom maffe voertuigen, waaronder  gemotoriseerde huisjes op het water in de meest uiteenlopende uitvoeringen. Een drijfgedeelte met een 15 Pk motor en daarop een primitief huisje. Op de veranda van het huisje is het geheel te bedienen. Erg wendbaar zijn die vaarhuisjes niet en ik zag vaak hoe de tijdelijke bewoners er mee worstelden hem de goede kant op te krijgen. Er zijn nog simpeler uitvoeringen die bestaan uit een soort kalverhok op een paar lege olievaten met een 5pk motortje als voortstuwing. Als je maar lol hebt en dat leek er wel op met de meestal jonge mensen die het geval hadden gehuurd. 

We liggen voor anker, bij Grunau iets ten zuidoosten van Berlijn. Volgens het weerbericht zou het misschien kunnen gaan onweren, maar daar lijkt het nu nog niet op. 
Over een paar dagen gaan we weer op de terugtocht, veel ervarener en wijzer, en waarschijnlijk ook wat meer relaxed. Het is nog een heel eind naar Nederland.
De opvliegroute van de vliegtuigen uit Berlijn naar het oosten, loopt over onze ankerplek. En dat terwijl we net zo mooi liggen, uitkijkend over de plas naar het noord-westen. 
Op het strandje aan de kant blijven een paar mensen slapen. Er zijn opvallend weinig insecten  dus ook voor hen een rustige nacht met alleen af en toe een overkomend vliegtuig. 

1 opmerking:

  1. Hallo Rob en Nienke, wat een mooi verhaal weer! We volgen jullie hoor. We hebben niets over Berlijn gehoord. Zijn jullie daar dwars door heen gevaren? Wij liggen nog in Fecamp. Volgen jullie mijn blog?
    Goede vaart, lieve groeten,
    André en Anne Marie

    BeantwoordenVerwijderen