zondag 17 juli 2016

Proviand perikelen


Nog foto uit het Hebewerk.

      Voordat we de laatste sluis in Duitsland gaan nemen liggen we nog een nachtje op een idyllische plek, een oude zijarm van de Eems naast het Dortmund-Eemskanaal. 
Na de Herbrum-sluis verandert het kanaal in de Eems en varen we weer op getijdenwater. 

Net als de meeste motorboot-vaarders hebben we voor ons vertrek een voorraad blikvoer en ander houdbaar etenswaar aan boord gebracht. Nu we bijna aan het eind van de reis zijn blijkt de voorraadkast nog steeds vol te zijn. Bij de inventarisatie van al dat houdbare spul blijkt één en ander bij nader inzien niet meer houdbaar te zijn. Een pak afbak-broodjes van vorig jaar, dat aan onze aandacht in de winter is ontsnapt, was absoluut oneetbaar, de schimmel geurt ons tegemoet bij het openen van de zak. Een blik met kikkererwten dat volgens het opschrift nog goed zou moeten zijn, is bij opening overgroeid met een grassoort die op een grafzerk  niet zou misstaan. Het pak met toastjes dat we bij de Lidll kochten tijdens een Italiaanse week, is fors over de datum. De smaak lijkt het meeste op een dode vleermuis geconserveerd in mottenballen. 
Die toastjes dobberen nu in het kanaal voor de levende wezens die niet al te kieskeurig zijn in hun voedselkeuze. 
De salami, die eveneens over de datum is, hebben we voor een deel in de spaghetti-saus verwerkt. Op het moment van schrijven, en dat is nog niet lang na de maaltijd, hebben we nog geen krampen of andere ongemakken mogen constateren.
Hoe zou het toch komen, dat je niets uit de kast eet, maar alleen dat wat je onderweg in de supermarkt tegen komt en meent te moeten kopen. Van bier en wijn dat snel uit de bootskelder verdwijnt kan ik het snappen. Dat moet zo snel mogelijk aangevuld worden. Maar een pot olijven en een pak wraps waar je van alles mee kunt maken blijven onaangeroerd in de kast liggen.
 
Nu moet ik bekennen, dat ik door de knieën moet om in de voorraadkast te kijken. Een houding waarbij ik makkelijk mijn kop stoot bij het overeind komen. De kersenbonbons van de Aldi of de pindakaas voor de lunch pakken gaat nog wel omdat ik die blindelings kan vinden. Maar een blikje tomatenpuree of een potje bepaalde jam pakken wordt al veel lastiger. Daarvoor moet ik al tastend de kast door terwijl ik vaak misgrijp en dan een pot tahin in plaats van tomatensaus in mijn hand houd. 
Vorig jaar hadden we een lijst gemaakt met alle potten, blikken en pakken die aan boord waren, maar verzuimden die bij te werken zodat we nu echt niet meer weten wat er nog wel is en wat er niet is. Het logboek waar we dat in schreven ligt thuis. Het logboek waar we ook de leuke plekken in beschreven die we bij een volgende reis opnieuw zouden kunnen aandoen. 
We overwegen om alle blikken en potten, pakken rijst en couscous, op de achterlepel van de boot te zetten. Netjes in het gelid. Dan maken we een foto, de etiketten goed zichtbaar, een mooi overzicht wat er is en sturen die foto per email aan ons zelf. Dat doen we automatisch iedere maand tot het volgend seizoen aanbreekt. Dan gooien we het volgende jaar al datgene, wat ons niet meer lekker lijkt, weg of geven het aan een toevallige voorbijganger. Vervolgens maken we opnieuw een foto van wat er over is. Daarmee gaan we op vakantie, geregistreerd en alles netjes opgeslagen in de kast. 
Koffie is ook zo'n probleem waar we  mee hebben geworsteld. Die van de Nespresso- capsules vinden we het lekkerste. Maar ze zijn duur en lastig bij te bestellen als je met de boot onderweg bent. De alternatieve capsules die we onderweg kochten zijn soms redelijk maar meestal smakeloos, bitter of ondrinkbaar. En ergerlijk is dat ze vaak maar moeizaam doorlopen. Ons machientje produceert dan een straaltje koffie waar een prostaatlijder depressief van zou worden. Hikkend en steunend, perst ze een beetje koffie uit haar tuit in het kopje dat behalve koffie bij het drinken een portie drab bevat, als was het Turkse koffie. De capsule even voorprikken, of opnieuw plaatsen helpt soms. Een nieuwe capsule plaatsen lukt vaak niet omdat de oude in het gaatje vast blijft zitten.  Blijkbaar zijn de capsules niet allemaal even groot of van dezelfde vorm. Met enige gynaecologische handvaardigheid valt het meestal wel op te  lossen, al houd ik daar soms een brandblaar op de vingertoppen aan over, als ik probeer de net gebruikte capsule, nog heet van het vorige kopje, door het gat te drukken. 
Overstappen op ouderwets koffie zetten of gebruik maken van een espresso-kannetje op het gasfornuis vinden we al gauw te lastig en duurt ons te lang, verwend als we zijn, door de moderne techniek die ons in een halve minuut een kopje koffie presenteert. En dan heb ik ik niet eens over de zeeën van tijd die we hebben en zouden kunnen benutten. 
Over twee dagen zijn we weer thuis. Nu genieten we nog even van de Eems die ons op de ebstroom met een dikke snelheid naar Delfzijl duwt.....

maandag 11 juli 2016

Nine Marit in de lift en hardlopen is ook een manier van bewegen.

                               
De Elbe is een fraaie rivier, een regenrivier, net als de Maas. Dat is lastig want soms heeft het lang niet geregend. Varen op de Elbe betekent dan vastlopen of door de modder sleuren. Vandaar dat de Duitsers er iets op hebben gevonden. Een kanaal naast de Elbe, waar de waterdiepte op peil wordt gehouden. Het Elbe-Seitenkanal loopt over de Lünenburgerheide. Laat die heide nu een stuk hoger liggen dan de omgeving. Een hoogte verschil van 38 meter met de Elbe was een lastig obstakel. Daar hebben de Duitsers over nagedacht;  Het Lünenberger-Schiffs-hebewerk is een dubbele lift-bak voor schepen. Iets dergelijks en groters hebben ze in België, maar dit kan er ook mee door. 
Na 3 uur wachten, de hijsbak aan de noordzijde was in onderhoud, konden we eindelijk achter een binnenvaartschip het Hebewerk in varen. Paste net, onze vlag hing bijna tegen de achterklep. We lagen in een soort waterbak die voor èn achter dichtgemaakt wordt door een grote schuif. Er lijkt geen water uit de bak te lekken. Een wel zo prettig idee. 
Met alle eendjes in bad, gaan we in de lift omhoog aan tientallen stalen kabels en kettingen. Voordat je het weet is de bak 38 meter hoger dan het onderliggende kanaal. Het moeten stevige kabels zijn als je een bak met water en daarin een "Schubverband', een duwboot met duwbakken van in totaal 150 meter en daarbij nog 4 motorboten omhoog wilt hijsen. Het idee dat onderweg het water wegloopt levert grappige gedachten. Een droogdok in de lucht dat boven pas weer met water gevuld kan worden. 
Net als op het Mittellandkanaal zijn er op het Elbe-Seitenkanal grote verticaal afsluitbare schuifdeuren die, in het geval van een lek, het water in het kanaal kunnen vasthouden door ze neer te laten. Het is een paar jaar na het aanleggen van het kanaal in de 70-tiger jaren een keer mis gegaan.
Het kanaal liep vrijwel leeg door een lek in de dijk. 
Nu we het Seiten-kanaal bevaren valt het ons op dat het fraaier is dan het Mittellandkanaal. Vroeger werd het een 'Kalte Graben' genoemd, nu zijn de wallenkanten fraai begroeid en heeft men af en toe mooie doorkijkjes naar het lagergelegen landschap. 
Langs het kanaal bevolken fietsers, hondenliefhebbers, en hardlopers het pad naast het kanaal. Fietsers in kleurige outfit en valhelm blijven soms even staan om naar ons te kijken. 
De hondenliefhebbers met hun lievelingen zijn het aardigste, ze zwaaien en kwispelen ons vrolijk toe. 
De hardlopers zijn een bron van vermaak voor ons motorboot-vaarders. 
Puffend en steunend met een rode kop, een handdoek om de nek en de armen in loopstand voor de borst, sukkelt een forse kerel van rond de 40 en een duidelijk te dikke buik ons tegemoet. Het lichaam achterover hellend, de neus omhoog, om zoveel mogelijk lucht te vangen, lijkt hij eerder achteruit dan vooruit te lopen. Een man in een rood hansopje laat een andere loopstijl zien. Voorover gebogen alsof hij dubbeltjes zoekt of het grind telt, sleept hij zich moeizaam voort, af en toe even uithijgend. 
De heren zijn ten opzichte van de dames in de meerderheid. Slechts één Gretl met blonde vlechten in een kunstig gevlochten krans op het hoofd zwoegde ons voorbij. Ondanks de forse uitbouw aan de voor- en achterzijde van haar lijf liet ze zien dat ze nog flink wat snelheid kon ontwikkelen. Mogelijk goed getraind in het snel rond brengen van grote glazen bier in de Gaststätte. 
Zelf ben ik helaas niet al te sportief, en lang hardlopen heb ik afgezworen omdat ik last kreeg van mijn achillespees. Mijn conditie moet ik op peil houden in de fitnessruimte van de lokale fysio. Dat doe ik met flinke tegenzin. Wanneer ik te weinig beweeg, gaat alles vastzitten en moet ik als een wandelende plank de teckel uit laten. Ik vraag me trouwens af of al dat geploeter op het grindpad zo gezond is. De knie- en heupgewrichten krijgen met iedere hardloop-stap een dreun op het kraakbeen. Mijn kraakbeen is zijn naam al waardig, soms kraakt en knapt het als een wasa-cracker met kaas. Wij houden het daarom op een stevige wandeling met onze teckel, die zelf nergens last van lijkt te hebben.
Op het Mittellandkanal is het nu drukker dan gisteren op de Elbe-Seitenkanal. Voor de nacht zoeken we een plekje aan het kanaal.....



dinsdag 5 juli 2016

Hamburg en havenklots.


Op een loom deinende Elbe dansen we speels richting Hamburg. 
Af en toe wordt het ritme verstoord door de na-ijlende golven van een voorbijvarende coaster. Hoog op de beboste heuvels aan bakboord staat een enkel landhuis. Even verder zijn het er honderden, dicht op elkaar gebouwd als was het de Rivièra. 
Een kolossaal vierkant schip, een varende opslagloods, schuift langzaam aan ons voorbij, richting zee. Twee vissers halen hun netten omhoog, omzwermd door een wolk meeuwen. Naarmate we dichter bij Hamburg komen, verandert de lome deining in een wildwaterbaan. Kriskras kruisen veerboten en rondvaartboten, met naar mijn mening een te hoge snelheid, onze koers. De golven komen van alle kanten en voortdurend worden we opzij gesmeten. Nine Marit in de slalom op de buckelpiste. Intussen naderen vol beladen coasters, die in een bocht van het vaarwater recht op ons af lijken te komen. Een slag dwars over naar de bakboord-kant van de vaargeul, brengt ons nog dichter bij de als mieren rondrennende veerboten die te pas en te onpas lijken te vertrekken of af te meren op, aan het oog onttrokken steigers. 
Het geslinger zat en de coasters voorbij, varen we maar weer naar de stuurboord-wal waar meer ruimte is. Het is één grote klotsbak door alle heen en weerkaatsende golven tegen de steile wallenkanten van het havencomplex. Dit feest duurde ruim een half uur voordat tenslotte de Cityhafen in zicht komt.  
De stroom is duidelijk afgezwakt en  vrijwel op de kentering van het tij varen we jachthaven binnen. De havenmeester staat klaar om ons de plekken aan te wijzen waar we kunnen afmeren. We hadden wijselijk van te voren gebeld of er plek is en of we zo mogelijk een plek konden reserveren.
Omdat we afmeren op drijvende steigers liggen we overdag bepaald niet rustig. Vlak naast de jachthaven liggen meerdere rondvaartboten in de startblokken klaar om regelmatig met klanten weg te scheuren voor een tochtje op de grachten.

Achter ons ligt de Feuerwehr, een brandblusboot, aan de kade, klaar om bij eventualiteiten of calamiteiten op het water in het havengebied uit te rukken. De boot is vernoemd naar Oberspritzenmeister Repsold. Van zo'n woord ' Oberspritzenmeister' wordt ik helemaal vrolijk om met Youp te spreken. Hoe mag ik dat in goed Nederlands vertalen? 'Bovenover-sproeimeester' klinkt me vreemd in de oren. Sproeit hij alles van boven nat en was hij daar een meester in? Of was hij ober en kon hij de drankjes in de brandweerkazerne van afstand in de glazen spuiten? Of was hij de baas van de sproei-of spuitmeester en keek hij alleen maar toe of het goed ging bij het blussen? Een toezichthouder met een goedbetaalde baan omdat je ooit hebt bewezen dat je het zelf vroeger beter kon?  
Herr Johann Georg Repsold ( vermoedelijk oud-Duits voor 'herhaaldelijk verkocht'), was een instrumentmaker die leefde van 1770 tot 1830( in Wikipedia staat alles). Hij zat ook bij de brandweer van Hamburg( heeft die club zelf opgericht) en deed dat zo goed dat hij Oberspritzenmeister werd(directeur van de brandweer). Maar zijn grootste verdienste was het ontwerpen en maken van telescopen, microscopen en geodetische instrumenten. Hij ontwierp en liet een sterrenwacht maken op de de stadswal van Hamburg. Als observator werd daar aangesteld Christian August Friedrich Peters, waarschijnlijk één van mijn vele voorvaderen. Observeren schijn ik ook redelijk te kunnen. Wat genen al niet kunnen overbrengen!
Hamburg is een levendige stad. Er wordt veel op terrassen gezeten.
We hebben maar een klein stukje gezien. We moeten er later nog maar eens naar toe per auto.
De jachthaven annex klotsbak is een tijdelijk, dus een niet al te langdurig genoegen, waar we dan ook snel afscheid van willen nemen. Morgen bevaren we de Elbe stroomopwaarts...
 

maandag 4 juli 2016

Noord-Oostzee kanaal, de Elbe en Stade

De twee collegae achter ons op de Elbe
Door het noord-Oostzeekanaal varen is steeds weer een belevenis. De containerschepen  die ons passeren rijzen naast onze nietige scheepjes op als ware het wolkenkrabbers van 30 verdiepingen hoog. In de haven van Brunsbüttel liggen we naast de ingang van de sluis. Het geluid van de schroeven van de grote jongens tikt als hagelstenen tegen onze romp. Soms zijn de schepen zo groot dat ze van voren en van achteren worden begeleid door sleepboten die hen op koers moeten houden. Vóór trekken en achter remmen. Gelukkig varen ze heel langzaam, zodat we niet veel merken van een boeggolf of hekgolf. 
Na een onrustig nachtje, varen we rond 10 uur de kleine sluis in met nog een tiental andere pleziervaartuigen. De gladde drijvende steigers zijn sinds een paar jaar bedekt met stalen roosters. Een rot-smak maken op het glibberige hout hoeft gelukkig niet meer. 
Bij het uitvaren blijkt er een dikke wind uit het westen te staan, recht op de invaart vanaf de Elbe. Dat gaat gepaard met steile golven die dankzij de stroom een extra duwtje krijgen. Het water bij Brunsbüttel staat er bekend om. 
Zo snel als mogelijk is varen we naar de hoge wal, waar het wat de golven betreft veel aangenamer is. Richting Hamburg hebben we de stroom mee. Het is opletten geblazen welke grote schepen ons oplopen of tegemoet komen. Vaak varen ze met de dubbele snelheid van ons. Terwijl wij al met de stroom mee 8-9 knopen varen. We proberen iets buiten de groene tonnen te varen. De kaart en de dieptemeter voortdurend checkend. Als een hekgolf ons van achteren inhaalt, sturen we ons schip er vanaf of als het zo uitkomt er naar toe. Meestal valt het mee en rolt zo'n golf aangenaam onder ons door. 
Bij de groene ton 103 slaan we af in het riviertje de Schwinge naar het fraaie oude Stade. Stade is vrijwel geheel intact gebleven en heeft veel oude vakwerkhuizen in mooi gerestaureerde staat. De Vismarkt met een houten hijskraan is een juweeltje. Gezellige terrassen en leuke winkeltjes. 
Er is de laatste weken veel regen gevallen. In de havenkom, midden in het centrum, liggen we bij de uitwateringssluis waar het water vanaf de bovenloop van de Schwinge als een waterval naar beneden stort. Een gezellig geluid dat me doet denken aan een hotel in Yosemite waar we bij een waterval van een beek logeerden. 
Bij laag water raakten we net niet de grond. In het midden van de haven was kortdurend een droog plekje te zien. Als er minder water in de Elbe staat, schijn je hier met je schip in de modder te zakken, rechtop, volgens de havengegevens. Veel havens langs de Elbe hebben dat probleem. Voor een deel of geheel droogvallend en vaak alleen toegankelijk een paar uur voor of na hoog- water. Dat betekent goed plannen en de getijdenstroom zo goed mogelijk benutten. Vanmiddag varen we naar Hamburg, waar we  voor ons groepje motorboten 3 plaatsen aan de steiger van de Cityhaven hebben gereserveerd. 
Stade is een bezoek waard. Moet je een keer per auto naar Denemarken, is de sluiproute met een pontveer over de Elbe een goed alternatief en Stade een mooie tussenstop. 
Wij varen in kiellinie naar Hamburg. Nog 3 voetbalwedstrijden te gaan. Duitsland tegen Frankrijk zal wel weer een klapper worden.....

Stade

woensdag 29 juni 2016

Een onderschept bericht over de schietoefeningen

Uit betrouwbare Duitse bron heb ik gisteren vernomen dat er bij de schietoefeningen voor de kust bij Fehmarn niet meer met scherp wordt geschoten. 
Vanuit het ministerie van Defensie en zelfs Angela Merkel, die zich er mee bemoeid heeft, is men uit bezuinigingsoverwegingen over gestapt op zachte munitie. Er is lang gezocht naar een voordelig alternatief. Na overleg met het Duitse voedsel-Ambt en de gemeenschappelijke supermarkten heeft men voor de volgende oplossing gekozen. 
Het materiaal moest vooral zacht zijn, maar ook niet te zacht en aan de buitenkant een zekere stevigheid hebben.  Een gladde buitenkant was ook wenselijk, zodat de zachte munitie goed door de kanonloop glijdt. Uiteindelijk heeft men gekozen voor 'over de verkoopdatum' Bratwürst van de juiste dikte. Een voordelige oplossing, waar de samenwerkende supermarkten graag aan meewerken sinds de verkoop van Bratwürst flink onder druk staat door de komst van de vele immigranten die geen varkensvlees mogen eten. 
Er was een probleem. De Bratwürsten zijn vaak krom en voor het ermee schieten niet ideaal. Daartoe is een nieuw beroep bij de Wehrmacht gecreëerd; de Ober-Bratwürst-Strecker, die de worsten de juiste strekking geeft voor een soepele doorgang door de lopen. 
De zachte munitie blijkt wonderwel geschikt. Men bereikt er flinke afstanden mee en zelfs een zekere nauwkeurigheid bij het schieten op een doel in zee. Frau Merkel heeft nog gesuggereerd of uit bezuinigingsoverwegingen een halve Bratwürst ook zou kunnen, maar dat bleek niet te werken. 

Helaas is er onlangs wel een ongeval geweest dat nu door het ministerie van defensie tot op de bodem wordt uitgezocht. Tijdens de schietoefeningen van afgelopen maandag de 27e juni is een Brit op een waterfiets getroffen die de waarschuwingslichten op de wal had genegeerd. Hij was vanuit de UK over gestoken naar het continent en enigszins afgedwaald. Teleurgesteld vanwege Brexit en van plan asiel in Duitsland aan te vragen. Gelukkig had hij zwembandjes rond de bovenarmen en werd gered door een toesnellende kanonneerboot van de Duitse Marine. Hij was hen ontglipt omdat de waterfiets van plastic was en niet op de radar te zien was. Dit ongeluk krijgt nog wel een staartje en wordt nu breed uitgemeten in de media. 
Aldus een onderschept bericht van de Duitse minister van Defensie. Onze minister van Defensie, Jeanine Hennis-Plasschaert en minister van Justitie, Aart van der Steur die hoopt op een opsteker voor zijn ministerie, zijn geïnteresseerd geraakt in de zachte munitie. Zij hebben inmiddels technische  informatie ingewonnen bij hun Duitse collegae. Zou er iets met ons overschot kaas te doen zijn?
Misschien is er voor de Nederlandse schietoefeningen iets vergelijkbaars mogelijk. Een commissie voor nader onderzoek wordt voorbereid als er voldoende geld voor beschikbaar is.....

dinsdag 28 juni 2016

De grens over, beschoten worden en nogmaals worst.

In frontlinie varen we de Duitse wateren binnen. We hebben gezelschap gekregen van de Jonge Theodoor, een Pikmeerkruiser. Vanuit Augustenborg voeren we naar de Flensburger fjord. In Langballigau, een piepklein overvol haventje meren we met moeite af aan een paar palen en een stukje steiger. Alle boxen waren bezet of te smal voor ons. De solo varende Theodoor vond een plek langszij door het vertrek van een groot zeiljacht. 
Het stukje zee dat we overstaken van Sønderborg naar Langballigau was recht tegen de wind in. Onze vrienden maten een windsnelheid van ongeveer 48 km per uur. Dat is omgerekend ruim Bf 6.
De golven waren goed te nemen en Nine Marit deed het prima. Lastig was dat het zoute water aanslag nalaat op de ruiten. De wissers maakten het alleen maar erger. Ruitensproeiers zouden een goede hulp zijn, als je over zee vaart met harde wind tegen en veel buiswater. 
Het gaat nu richting Wendtorf een haven aan het begin van het Kieler fjord.   
Na meerdere dagen regen en wind hebben we vandaag een mooi slap windje uit het zuid westen.
Schleimunde in zicht en nog 4 uurtjes te gaan. 
Een paar dagen geleden hebben we de cirkel rond Sjælland en Funen gesloten. In Dyvig kwamen we op de vertrouwde plek bij het mooie hotel. 
Het weer speelt een grillig spel met ons. Langer dan een dag of twee kunnen we niet overzien. Veel onstabiele depressies met regenfronten die ons telkens weer verrassen. 
Denemarken is ons goed bevallen. De afstanden over zee zijn goed te behappen. Meestal ben je met 3-4 uur varen in een volgende haven. De golven krijgen nauwelijks de tijd om hoog op te bouwen. Alleen in de smalle wateren tussen de eilanden kan het soms flink stromen. Afhankelijk van de wind is de stroom naar het zuiden of naar het noorden. Stroom tegen wind met huizenhoge golven zoals je dat kunt tegenkomen op de Elbe bij Cuxhaven zal hier tussen de eilanden niet vaak voorkomen. 
Varen met de golven op de kont gaat voortreffelijk en windkracht Bf 5-6 is dan geen probleem. Het zeewater is erg schoon. We hebben nauwelijks last van insecten gehad. Nu we naar het begin van Juli gaan merken we dat het drukker wordt in de havens. Veel Duitsers en Denen nemen vakantie. Eind augustus wordt het weer wat rustiger. Conclusie, mooi vaargebied maar wel rekening houden met de periode waarin.
Een goede plotter met een recente kaart en een (eventueel oude) papieren kaart is een must. Er zijn plekken waar de bodem verandert en de betonning is verlegd. 
We zijn in Wendtorf, een prachtig nieuwe haven met mooie steigers. Stroom en water gratis op de steiger. Een bezoek aan het toiletgebouw kost dan in eens 50 cent. Wel gek. 
We wachten een gunstig moment af om naar Fehmarn te varen om van daar uit naar Lubeck te varen.

De Duitse Wehrmacht en Marine hebben de gewoonte om dagelijks een beetje te schieten langs de kust van Wendtorf naar Fehmarn. En dat schijnen ze al heel lang, enthousiast te doen. De hele dag mag je daar niet in de buurt komen. Mocht je het toch doen, wordt je per kanonneerboot verwijderd als je hun marifoon oproep niet beantwoordt. Bovendien moet er dan gedokt worden voor nieuwe kogels en granaten. Ze schijnen ook wel eens mis te schieten. De veilige zone is zo ver op zee dat je beter kunt oversteken naar Denemarken. Laten we daar nu net geweest zijn. Het bier en de wijn zijn er niet te betalen en de worstjes, waar ik al eerder in een blog over berichtte beter geschikt om er gaten in de muur mee te vullen. Blijken er hier in de Edeka, de supermarkt bij de haven in de buurt, eveneens bakken vol met worsten te liggen. We liepen er snel aan voorbij. Na lang zoeken tussen voor-gemarineerde speklapjes vonden we eindelijk een fatsoenlijk biefstukje. Die gaat morgen in de pan. Een mooie basilicum-roomsaus erbij en flink wat knoflook, brood uit oven en een bak sla met tomaten. Kan ik eindelijk die wederkerende nachtmerrie over worsten loslaten. Als ik het woord worst laat vallen bij Nienke, begint ze spontaan te hyperventileren. Ik laat haar deze tekst dan ook maar niet lezen en pleur hem direct op het internet. Het is mooi geweest. Trouwens er bestaat in Duitsland wel eetbare worst, Bratwürst,  maar dan moet ie wel van de warme slager zijn. 
Nu maar eerst wachten tot ze ophouden met schieten, die Duitsers. Het schijnt dat ze over 2 dagen even ophouden. Kogels en granaten op.......


woensdag 22 juni 2016

Bruinvis, ook wel watervarken geheten



                          Een Deen maakte me er attent op. Het gebied waar we nu varen, het noorden van de kleine Belt, is een plek waar veel bruinvissen zouden huizen. Misschien is huizen niet het juiste woord voor een zeezoogdier. Net zomin als een bruinvis een vis is. In Denemarken hebben ze het over een  'hval'. Aanvankelijk dacht ik dat ze grienden bedoelden, maar dat was niet zo, ze waren veel kleiner.
Vlak bij Middelfart, is een Sund, een langgerekt stuk water, dat 80 meter diep is. Het is de Sund ten westen van Fænø dat naar het zuidoosten loopt. Daar zouden de bruinvissen op vis jagen.  In oude tijden werd er op de bruinvissen gejaagd door ze vanuit de Sund het doodlopend Gamborg-fjord in de drijven en daar af te slachten. Door al het bloed zouden de wallenkanten van het fjord rood gekleurd zijn. Een fabeltje, want de grond is er ijzerhoudend.  
Hoe men dat deed, de bruinvissen in het fjord drijven, ben ik niet te weten gekomen. Wat ik wel weet is dat de Denen op de Faröer eilanden nog steeds eenmaal per jaar een traditie hebben om walvissen een ondiepe plek in te drijven waar ze dan gevangen en afgeslacht worden. 
Voor ons is het leuk dat we zoveel van die bruinvissen om ons scheepje zien rond dartelen. Al moet ik zeggen dat ik ze vaak net te laat zie en daarom niet zie, wanneer Nienke zegt dat er weer een paar opduiken. 
We hebben de Nine Marit afgemeerd in Haderslev, een stadje aan een lange smalle fjord op Jutland. Het stadje waar de beroemde Xyachts worden gebouwd. 
De haven is naar mijn smaak verpest door voor een rij mooie oude huizen uit de Pruisische tijd, een aantal flats te bouwen. De mondaine boulevard, die men voor ogen had is het net niet geworden. De aanlegplekken ogen rommelig met alle schepen die met hun boegen naar de wal liggen afgemeerd. 
Het stadje zelf is op een heuvel gebouwd en heeft een paar mooie oude gedeelten. 
De Lidl is om de hoek van de haven. Chocolade en wijn zijn schrikbarend duur, levensmiddelen die we hard nodig hebben op deze lange queeste. We zullen het innemen drastisch moeten beperken tot we weer in Duitsland komen. De voorraad die we meenamen begint aardig te slinken. Dat valt niet mee voor ons als 'happy hour' verslaafden. Een toastje met haring in mosterdsaus, verzacht veel van ons leed, en een Tuborg-biertje in plaats van wijn is ook best lekker. 
Een ware ontdekking is het kippengehakt, waarvan we tot grote vreugde van Bo een deel  reserveren om door zijn droge brokken te doen. Hij staat te dansen en te kreunen als Nienke zijn bak met eten klaarmaakt.
Het kippengehakt is op allerlei manieren te verwerken. Als gehaktbal, door de pastasaus, in de gevulde paprika en zoals nu is gebleken als traktatie voor Bo. 
Het weer zit in het slop. Het slechte weer in West Europa trekt nu ook een beetje de Deense kant op. Onstabiel weer met een verwachting voor onweer. We varen,denk ik, kleine stukken door de kleine Belt, steeds uitzoekend wat de beste koers is in verband met wind en golven.
O ja,
een vraag; is er iemand die deze kant op wil komen om bleke worsten te eten? Onze vrienden hebben er nog een heel stel in de koeling liggen.......
De X-yachten werf in Haderlev