Bibberend van de kou gooien we de trossen los in de Reitdiephaven in Groningen. Volgens de weer-juffrouw op de radio de koudste pinksterdag sinds 80 jaar. Schitterende wolkenluchten, dat wel.
Helemaal alleen worden we vlot door de bruggen van Groningen geleid. Een brugwachter op de fiets peddelt van de ene brug naar de volgende om ons doorgang te verlenen. Het is een beetje nostalgie. Wat is het aardig om door onze studentenstad te varen en het centrum vanaf het water te bezien. Woonschepen en oude ontmaste tjalken,spitsen en klippers die nu als woonhuis zijn omgebouwd. Hoe oogden ze toen ze nog voeren als binnenvaartschip, zeilend of op de motor om hun lading naar een stad of een dorp elders te vervoeren?
Op het Eemskanaal zijn de wolkenpartijen boven het geboorteland van schrijver Auke Hulst nog indrukwekkender. Het Groninger landschap met ritmische bomenrijen, ligt aan weerszijden lager dan het kanaal, uitgerold als een wijds groen tapijt. Hier en daar duikt een eenzame boerderij op boven de uitgestrekte weiden met jong gras.
Een enkel citroengeel koolzaadveld licht fel op door de zonnestralen die af en toe tussen de wolken door piepen.
We varen richting Delfzijl, maar waren nog nooit in Appingedam. Zelfs in de Groningse studententijd was het stadje niet interessant in onze ogen. Dus nu maar eens wel naar dit stadje.
In de sluis zakken we ruim 1 1/2 meter en varen door een ondiep smal vaartje dat vroeger ongetwijfeld een getijde-geul is geweest.
Voor de brug is het even puzzelen. De meldknop voor de brug zit op een onmogelijke plek. Op een paal 3 meter voor de brug waar Nienke als een uithangbord boven de boeg met gevaar voor overboord vallen, merkt dat hij niets doet. Iets verder, niet te lezen zonder verrekijker met vergrootglas staat dat we de brugwachter moeten bellen op een 06 nummer gevolgd door een code met de geuzennaam van James Bond, 007 gevolgd door een #. Om zijn lunch( van de brugwachter) niet te verstoren hebben we braaf een uur gewacht bij een walletje voor de brug met als cadeau, het schip vol met afgewaaide bladeren en takjes. Het lijkt wel herfst.
De beloning voor het wachten is groot. We worden een uur later vlot geholpen en krijgen een mooie plek in het charmante kleine haventje midden in het centrum.
2 hanige Duitse motorboten, met brullende motoren, dreigden ons bijna aan te varen bij het verlaten van de haven, net toen we ons hadden geïnstalleerd op de buitensteiger.
Blijkbaar moet je je met Pinksteren haasten, al is het niet in verticale maar in horizontale richting.
Het "de geest krijgen" kun je zo het lijkt op verschillende manieren beleven.
Het oude centrum van Appingedam is de vlag op een winderige terp. Er staan mooie oude 16e en 17e huizen langs de oude Delf, die tegenwoordig Damsterdiep heet. Huizen waar vroeger de rijke handelaars woonden voordat Groningen Stad de rol als handelsstad over nam in de 18e eeuw.
De Delf was een afwateringskanaal dat rond 1000 na Chr. is gegraven om het water van de zuidelijker gelegen hoogveengebieden af te voeren ten gunste van de lagere kwelders.
In de 14e eeuw bouwden monniken 3 sluizen bij de monding van de Delf. Delfzijl ('zijl' betekent sluis) dankt er zijn naam aan. Groningen bedreigde de handels-invloed van Appingedam in de 'Ommelanden' en slaagde daar in de loop der tijd steeds beter in, door geweld en politieke verdragen. Het Eemskanaal dat in 1876 werd gegraven en de spoorlijn Groningen Delfzijl (aangelegd in 1884) zorgde ervoor dat Delfzijl een belangrijke economische haven werd waarbij Appingedam nog meer aan betekenis verloor.
Het regent weer en er staat een gure wind. We troosten ons met een glas prosecco ( of de lege fles de glasbak morgen of vandaag zal bezoeken weet ik niet).
Proost!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten