woensdag 25 mei 2016

Van Bremerhaven naar Otterndorf

Alsof er bakken grind op ons dak worden uitgestort klettert de regen in felle buien op ons neer. 
Een koude front heeft de warmte verjaagd. Het is 11 uur als we in de sluis van Bremerhaven liggen.
Wij, een driemanschap van motorboten hebben hetzelfde doel ; Over de Geeste  en het Hadelner Kanal van Bremerhaven naar  Otterndorf . 
De Geeste is tot aan de eerste sluis een getijdenrivier net als de Hunte. Links en rechts schuin oplopende slib met oude houten paalresten. Op strategische punten staan prikken die aangeven waar je het beste kunt varen. Het is opkomend water. Meanderend door de buitenwijken van Bremerhaven komen we na ongeveer drie kwartier bij de sluis. We kunnen er niet met drie schepen tegelijk in, zodat wij als derde schip moeten wachten op de volgende schutting. De sluis is slechts 5 meter breed. Met de fenders aan beide boorden houden we weinig ruimte over. Het gaat gelukkig langzaam en we komen onbeschadigd de sluis uit. 
Het armzalige landschap van oude flatgebouwen verandert plotseling in een lieftallig landschap. Glooiende weiden en bossages afgewisseld met moerassen waar kleine vennetjes verscholen liggen in de lagere delen. Huizen of boerderijen zijn er nauwelijks. De weinige tekenen van menselijke arbeid bestaan uit afwateringsslootjes met kleine betonnen afsluitbare duikers en langs de waterlijn zien we resten van een wal-beschoeing die zijn beste tijd heeft gehad. Het Hadelner Kanal, zoals het verderop heet, wordt niet meer intensief onderhouden omdat er door beroepsvaart  geen gebruik van wordt gemaakt. 
Onderweg wordt de beloofde diepte van 1.50 meter op meerdere plaatsen niet gehaald. We meten soms helemaal geen diepte met onze diepgang van 1.10 meter en raakten met de schroef een tak of een stuk hout.
Het landschap maakt veel goed en ondanks de buien genieten we van deze tocht. 
Het plaatsje Bederkesa, ik kan de naam maar niet in mijn kop krijgen, is een kuuroord voor de meer vermogende Duitser. Om het haastige leven een paar dagen te ontvluchten en je hier te laten verwennen lijkt het me een aangename plek. 
We liggen aan een nieuwe steiger met een haag van rododendrons. De meeste zijn in bloei, een deel nog in knop. Grote oude bomen verhullen het parkachtige kuuroord, waar ik echtparen of iets dergelijks, zachtjes met elkaar keuvelend of in stilte, zie rond wandelen. 
Aan de andere kant kijken we uit over een groot meer dat helaas alleen toegankelijk is voor  roeibootjes en zeilbootjes. 
Het is stil op het water, we liggen met 4 boten aan de steiger. Het lijkt wel of de natuur door de regen is verstild. Alleen de vogels laten van zich horen. Het is opgehouden te regenen . Er is nauwelijks wind. Het meer is verlaten. Een fietser beklimt met moeite de ronde loopbrug over het kanaal, zijn hond volgt hem gedwee...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten